SINTERKLAAS COMPUTERTJE

Veel schnabbelde wij als Bassie & Adriaan niet omdat het, na het noemen van de gage, altijd verdacht stil werd aan de andere kant van de telefoon en wanneer onze secretaresse dan vroeg: ‘Hallo, bent u er nog?’ was er al vele malen opgehangen. Wanneer je een kinderprogramma verzorgt denken mensen dat je het als hobby en dus voor niets doet. Dus om niet afhankelijk te zijn van schnabbels hebben wij zelf maar voor 1500 man zitplaatsen gekocht, een groot toneel, licht en geluidsinstallaties waar je zelfs het Feyenoord stadion mee kunt bedienen.
Drie vrachtwagens met aanhanger, 4 man vast, en 15 man parttime en last but not least een gewillige bankdirecteur onder het motto: Je kan het geluk ook een beetje helpen.

Dus groot was onze verbazing toen wij dit keer niet in een sporthal maar in de kantine, van een bedrijf wat zich met betalingen via creditcard en ander plastic betaalmiddelen bezig
houdt, moesten optreden. De voorstelling was zoals gewoonlijk een eitje. Kunst! Als je nagaat dat er kinderen zijn die eerder Bassjie & Adjiaan kunnen zeggen als papa of mama.

Na de pauze nog 5 minuten en dan komt Sinterklaas binnen. Adriaan: ’Jongens, met wat komt Sinterklaas uit Spanje?’ De zaal: ’De stoomboot.’ Adriaan geeft een knikje naar de door het bedrijf aangenomen en van Japanse drummer voorziene organist. Drukt de muzikale Nitswits op het verkeerde knopje van zijn begeleidingscomputer, dus de stoomboot ging op wals tempo. Nou, wij meezingen alsof Sinterklaas uit Tirol kwam! Adriaan: ’Jongens, Sinterklaas rijdt wel eens met zijn paard op …..?’ De zaal: ’De hoge, hoge daken!!!’
Adriaan geeft weer een knikje naar de organist, drukt nu het tempo van circus Renz in, dus zeg maar ietsje te vlug!

Wij hebben natuurlijk het spelletje meegespeeld, maar wisten niet hoe wij het hadden en gelukkig had ik de microfoonstang waar ik slap van de lach mezelf mee overeind kon houden.
Na afloop kwam de in smoking gestoken computer technicus zijn
kaartje, met foto erop, aan ons afgeven en voegde er aan toe: ’Als jullie eens wat hebben, bel je maar, ik speel alles.’
Wij knikten, maar ik heb nog pijn aan mijn scheenbeen waar broertje Adriaan onder de tafel tegen aanschopte toen ik de man plechtig beloofde het kaartje met zijn adres erop zuinig te bewaren omdat ik levende muziek in de show wel zag zitten en dat het een verademing was na al dat werken met dure orkestbanden bla, bla, bla, waarop zijn gezicht begon te stralen als dat van een kind wat een taaitaaipop van Sinterklaas had gekregen.

Na de voorstelling zei mijn schoonzoon, die afgerekend had, nog verontwaardigd: ‘He, Pa! Die mafkees stond nog voor 1000 piek gage netto op de lijst.’ Waarop ik droog zei:’Evert, jij en ik hebben geen verstand van het vak.’

© Bas van Toor