PEDAGOOCHELARIEKOEK

1992. Een zwarte zondag in oktober. Ik rijd tussen 17.00 en 18.00 uur naar huis van een voorstelling in Badhoevedorp, niet wetend dat achter mij een van de grootste luchtvaartrampen ooit in Nederland plaatsgevonden, zich voltrekt.
Een El Al vliegtuig stort op een flatgebouw in de Bijlmer.

Grote verslagenheid alom. En opeens steekt die Hollandse
saamhorigheid de kop op die blijkbaar alleen in tijden van nood kan. De ene na de andere hulpverleningsorganisatie probeert het leed van de slachtoffers te verzachten. Zo kregen zij het idee om de kinderen die het dichtst bij de vuurlinie gezeten hadden, een leuke middag te bezorgen. Uiteraard gratis en voor niks.

Nu ben ik gelukkig in het bezit van een paar echte
vrienden, met een mentaliteit van ‘niet lullen, maar gewoon doen.’ Dus, Signor Conzales van de Hispa Fruits en de Rotterdamse marktkoopman Karel Koedam gebeld en meteen stonden er pallets fruit klaar. Jantje de Koning met zijn vrachtwagen en al onze vrienden trokken de knip open.
Pistolen Paul Wilking deed zijn bekende duit in het zakje en zorgde voor 10 stuks potige hulp, zodat alles in de gloria verliep. En natuurlijk was er Henk Brusse; de Buttonboss, want hoe je het ook wendt of keert, een button hoort erbij.

Kortom, in tien minuten tijd had ik dus de toezegging rond voor 1500 kadotasjes ter waarde van f 35.000,- inkoop.
Iedereen dolenthousiast dus. Ik ging bellen naar een hoofdonderwijzer van een school die in de vuurlinie had gelegen. ‘Hallo meneer, met…..’ dan noem je een naam die menig kind eerder kan uitspreken dan pappa of mamma en vertel je vurig je verhaal. En dan voel je door de telefoon een ijzige gereserveerdheid als je enthousiast zegt: ‘We gaan die kinderen een leuke middag bezorgen.’
Dit alles zonder bijbedoelingen of reclame omdat je zelf in 1943 in Maassluis door een bombardement huis en haard en vooral kinderfiets bent kwijtgeraakt.

De reclame van Jagermeister is er een lachertje bij, toen die diepvriesstem van de bovenmeester (‘directeur’ noemen ze zo’n iemand tegenwoordig) zei: ‘Sinterklaasfeest Oke, maar dan wel naast de zwarte ook een groene, gele, blauwe, en rode Piet; vooral om de bevolking in de Bijlmer niet voor het hoofd te stoten….’

Ik was vijf seconde sprakeloos. Hees mijn broek omhoog, want die was van verbazing afgezakt en ik zei, om het feest van 1500 kinderen niet door deze ‘pedabijgoochem’ te laten verpesten: ‘Nou, man, dan komt Sinterklaas helemaal niet.’

Dus zo gezegd, zo gedaan. De sporthal was zo gepiept. Gratis Amsterdamse vrijwilligers (ze hebben een grote mond, maar
een klein hartje daar in Mokum) stonden onmiddellijk klaar.
Maar op dat feest in de eerste week van december, geen Sinterklaas. En dat zat mij niet lekker. Dus dat vertelde ik zo terloops aan tafel, waar ik mijn kinderen meestal ontmoet, tegen mijn dochter. Waarop zij zei: ‘Zeg pa, is die man na de oorlog niet meer buiten geweest? Weet je wat, omdat jij vorig jaar met ons Kerstdiner op school zo tof was om een badkuip popcorn te bakken en de shoarma te betalen voor de hele klas, die voor 75% uit allochtonen bestaat, mats ik jou!’

De volgende dag werd er aangebeld. Ik deed de deur open en dacht in eerste instantie aan een tegendemonstratie van de Centrum Partij verzeild geraakt te zijn: het zag zwart van de, inderdaad... Surinamers, Kaapverdianen, Ghanezen en al die andere wereldburgers die een beetje onderbelicht op de wereld gekomen zijn, maar die toch hier alleen maar zijn, net als wij, om gewoon een beetje te willen leven.
Stapt er zo’n kanjer naar voren en hij zei: ‘He, meneer Bassie, wij gaan mee naar de Bijlmer om jullie een handje te helpen!’
Op zo’n moment schiet je vol.
Henk (Buttonboss) gebeld: ‘Maak honderd zwarte sweaters met een lachende Euromast erop en met de tekst:
Rotterdam laat de Bijlmer weer lachen.’

DÉ DAG!
Ruim voor tijd waren we aanwezig met onze zwarte bende. Weet u hoelang het duurt om, ondanks 50 man extra, 1500 tasjes met snoep, fruit en speelgoed te vullen? Juist, heel lang.
Toen de voorstelling. Een ‘eitje’ zoals wij dat noemen. Kinderen die helemaal uit hun dak gingen, en wij ook. En aan het eind, met onze 50 man black power, de tassen uitdelen.

Wat een feest! We hadden nog nooit zo’n lol gehad. Na afloop stapte een in Schiedam geboren Kaapverdiaan die ze ‘DG’ oftewel ‘Die Zjie’ noemen (dat staat voor dubbel gebakken omdat hij echt zwart is, (waarmee gelijk aangetoond wordt dat de volwassenen de problemen maken en dat de jeugd ze oplost) naar die bovenpief, directeur of hoe die pedagoochelaar ook mag heten, en zegt in hoog Rotterdams: ‘He Eikel, die ouwe Sint van ons had geen zin om jou te ontmoeten. Daarom heeft hij als tegenprestatie maar een paar Zwarte Pieten extra meegestuurd!’

Ik heb mijn vrouw naar huis laten rijden, want iedere keer kreeg ik een lachkramp achter het stuur, als ik dat gezicht van die ‘Beroepspedagoochelaar’ die effe met zijn neus op de feiten werd gedrukt voor mijn geest zag.

Toen ik de volgende dag iedereen uitnodigde voor een rijsttafel, hoorde ik: ‘He, men, als we toch mogen kiezen gaan we liever naar McDonald’s.’ Hierna hees ik mijn broek weer omhoog en offerde ik mij daags daarna op, zoals ik dat wel meer doe als mijn kleinzoon vraagt: ‘Opa, gaan we naar Medoonald?’

© Bas van Toor