waarom loopt Jantje voorzichtig naar het medicijnenkastje?
Antwoord: Anders worden de slaappillen wakker.
Henny Heere
Er komt een man het café binnen en met een dubbele salto en dubbele flikflak komt hij precies op de barkruk terecht.
Vraagt de man van 't café: 'Waar heb je dat geleerd?' Zegt de man: 'Ik werk in het circus en ik ben acrobaat.
Komt er even later weer een man 't café binnen en hij maakt een driedubbele salto, een achterwaarste dubbele flikflak en landt ook weer precies op de barkruk.
De man van het café weer: 'En waar heb jij dat geleerd? Zegt de man: 'Ik werk bij het circus en ben acrobaat.'
Komt er even later weer een man binnen en die begint met een grappig loopje, een driedubbele salto, gaat over de cafébaas heen, komt weer terug en landt met een achterwaartse salto precies op de barkruk.
Zegt de man van 't café: 'Niks zeggen. Jij werkt ook bij het circus!
Waarop de man zegt: 'Nee hoor, ik struikelde over de deurmat!'
De onderwijzer is ziek en wordt vervangen door een jongeman die net zijn diploma heeft. De
directeur komt onverwacht de klas binnen om te controleren hoe de les verloopt.
Net op dat moment beantwoordt Kevin een vraag: 'Ik is...'
De directeur onderbreekt hem en zegtvermanend:
'Het is niet ik is, maar ik ben!'
Kevin is even uit zijn lood geslagen, maar zegt dan:
'Ik ben een persoonlijk voornaamwoord.'
Jantje zegt: 'Ik wou dat ik in de middeleeuwen leefde.'
'Hoezo?', vraagt de meester.
Antwoord Jantje: 'Dan hoefde ik niet zoveel geschiedenis te leren.
Gurbet Demir
De leraar vraagt: 'Geef me eens een voorbeeld van verdediging uit noodweer?'
'Wanneer ik gedwongen ben mijn rapport zelf te ondertekenen!' antwoordt prompt een leerling.
Twee jongens zijn erg vervelend tijdens de les.
De meester heeft er schoon genoeg van en geeft hen strafwerk.
'Schrijf maar 500 keer de naam van je geboorteplaats op het bord.'
De ene jongen begint te schrijven, maar de andere barst in snikken uit.
'Dat is gemeen!'roept hij huilend. 'Hij is in Gent geboren, maar ik in Nederoverheembeek!'
Piet hoestte nadrukkelijk en de meester vroeg of er iets aan de hand was.
'Die appel van mij zit in het verkeerde keelgat, meester!' antwoordde Piet
Er gaan twee mannen vissen.
Zegt de een tegen de ander: 'Weet jij hoe het moet?'
Zegt de ander: 'Ja, je gooit eerst je aas in het water.'
Zegt de een weer: 'Dan gooi ik mijn joker in het water.'
Fabian Daemen
Jongeman: 'Dag meneer, ik heb uw dochter ten huwelijk gevraagd en we gaan trouwen.'
Vader: 'Had je dat niet eerst aan mij moeten vragen?'
Jongeman: 'Oh sorry, ik wist niet dat u ook van mij hield.'
Erik zit tijdens een hevig onweer dicht tegen zijn vader aan.
Wanneer de donder en de bliksem eindelijk ophouden, vraagt hij met een bevend stemmetje: 'Is de batterij nu leeg?'
Toontje krijgt een stuk chocolade en zijn mama zegt:' Toontje, bewaar het heel goed, dan kan papa er niet aan zitten.'
Toontje: 'Ja, mama, dat doe ik.'
Een uur later vraagt mama: ' Toontje, waar heb je dat stuk chocolade gelaten?'
Toontje: 'In mijn mond, mama.'
Een zakenman die het altijd druk heeft komt thuis en vraagt gehaast:
'Wat eten we vanavond en hoe is het met de kinderen?'
Antwoord zijn vrouw droog:
'Frikadellen en Mazelen.'
Een man ziet op de markt een leuke broek.
'Wat kost die broek?'vraagt hij aan de marktkoopman.
'Vijfentwintig euro, meneer.'
De man geeft honderd euro.
Marktkoopman: 'Kunt u niet passen?'
'Nee, de broek is voor mijn broer!
Man tegen een circus directeur: 'Heeft u nog een baantje voor mij als Leeuwentemmer?'
Directeur: 'Nou vandaag niet, ik heb er net een aangenomen.Kom morgen maar eens terug.'
Jan: 'Ik kan elke drank geblinddoekt herkennen.
Kees: 'O.K. Blinddoek voor, drink dit even op en zegt wat het is.'
Jan neemt een slok en spuugt het gelijk uit.
'Bahhh, dit is benzine!' roept Jan.
Kees: 'Ja oke, maar is het super of normaal?'
Man op het politie bureau: 'Ik zie buiten een biljet hangen dat u voor € 10.000 een moordenaar zoekt.
Ik wou bij deze vragen is dat baantje nog vrij?'
Jantje komt spierwit thuis.
'Oh!' zegt mamma 'hebben jullie Indiaantje gespeeld?'
Jantje: 'Ja moeder.'
Moeder: 'En? Hebben ze je aan de martelpaal vastgebonden?'
Jantje: 'Nog veel erger, ik heb de vredespijp gerookt.'
