WIE NIET STERK IS MOET SLIM ZIJN
‘Brrrrr... ha...hatchie!!!’ klonk het in het midden van een ploegje zeehonden die in de felle zon lekker lagen te zonnen op een rots in de grote oceaan.
‘Hallo! Kan dat een beetje minder? Ik lag net zo lekker te slapen en dan maakt me die blaag van een meid mij weer wakker met haar genies’, zei de leider van de troep.
’Nou stil maar’ zei de moeder van het kleine zeehondje ‘dat kind kan er toch niks aan doen. Probeer jij maar eens een nies in te houden.’ ‘Mens, hou op, ik heb dat een keer geprobeerd’ zei de leider ‘maar dat doe ik nooit meer, want hij kwam er toen van onder uit. Oh, oh, oh wat een wind liet ik toen. Poeh poeh!!!’
‘Nou zeg! Kan dat niet een beetje minder? Er zijn kinderen bij hoor.’ klonk de stem van een andere mevrouw zeehond.
‘Hoor haar! Daar heb je spuit elf ook weer.’
‘Sjonge, jonge, jonge...’ gromde grootvader zeehond narrig, ‘de rust is weer verstoord en alleen omdat mijn kleindochter moest niezen. Leuk hoor. Ik denk dat ik eens lekker de plomp in duik en zie dat ik een lekkere kabeljauw te pakken krijg, want ik heb trek.’ en met een grote plons dook opa zeehond in het water.
’Verdorie, dat doet Opa nou steeds. Nou zijn we allemaal weer kletsnat. Leuk hoor!’ klonk het van de andere zeehonden. ’Nou, laten we dan allemaal maar een duik nemen.’ zei een andere zeehond en toen klonk er een geplons van je welste en doken alle zeehonden het water in. Even later hadden ze allemaal de grootste lol in het water.
Maar wie kwam daar zachtjes, onderwijl zijn lippen aflikkend, aangezwommen? Het gevaarlijkste roofdier van de buurt; Harrie de Orka. Harrie was dol op jonge zeehondjes. Ja en niet om mee te spelen zoals opa zeehond, maar om ze op te eten.
’Ohh!, als dat maar goed gaat’ hoor ik jou nu denken.
Ja, inderdaad, als dat maar goed gaat. Want Harrie was heel slim en hij kwam stiekem heel diep onder water aangezwommen en keek begerig naar al dat lekkers wat boven hem zwom.
’Wie zou ik nou eens als eerste op gaan eten?’ mompelde hij in zichzelf ‘Ze zien er allemaal even lekker uit.’ De niets vermoedende zeehonden boven hem hadden de grootste pret met elkaar en buitelden en doken over elkaar heen dat het een lieve lust was. Plotseling ging Harrie heel zenuwachtig met zijn staart heen en weer. Dat deed hij altijd als hij een aanloop wilde nemen. Boven hem had iedereen nog steeds de grootste lol. Niets vermoedend van het naderend onheil.
Harrie had nu zijn besluit genomen en hij stoof met de vaart van een sneltrein naar boven. ‘ORKA IN ZICHT!!!’ klonk het opeens van een zeehond die op de uitkijk zwom. Meteen stoven alle zeehonden uit elkaar en probeerden ze op de rots te klimmen waar ze even te voren nog zo lekker op hadden liggen te zonnen. Toen ze er allemaal op lagen ging de oudste zeehond van de troep koppen tellen.
Toen hij klaar was met tellen zei hij beduust: ‘Jongens, ik mis er eentje...’
‘Oh nee! dat is dan mijn kleine Mini Mini’ riep een zeehondenmoeder. ‘Wat afschuwelijk’ klonk het. Dan wordt zij straks opgegeten. Ik ken Harrie al een poosje en die doet dat gewoon. Één hap, en je bent foetsie....’
Heel diep onder water zat Mini Mini, het kleinste zeehondje van de troep, angstig achter een groot rotsblok te bibberen van angst. Harrie de Orka mompelde in zichzelf: ‘Zooo, ze zitten allemaal op die rots, behalve eentje. Maar waar is die dan?
Ik krijg honger.’
Op de veilige rots hadden de zeehonden de grootste mond en iedereen wist hoe ze Harrie moesten foppen om aan hem te ontkomen. Ja, zij hadden het makkelijk op de rots, maar die arme Mini Mini kreeg het na 10 minuten onder water toch wel benauwd. Voorzichtig keek ze naar boven waar Harrie zoekend heen en weer zwom, en plotseling kreeg Mini Mini een idee.
Zij wist dat een orka voordat hij een zeehond opeet altijd eerst met de zeehond speelt. En dan geen tikkertje of verstoppertje, maar heel ruw met hem gooien. Ze zetten hun tanden in het nekvel van de zeehond, slingeren hem omhoog en als hij terug valt slaan ze hem hun staart, net als een tennisbal, zo ver mogelijk weg.
Mini Mini het zeehondje zwom opeens stiekem naar boven en riep toen ze vlak bij Harrie was heel hard: ‘Je kan mij lekker niet krijgen!!!’ ’Oh nee?’ riep Harrie toen hij Mini Mini zag. ‘Dat zullen we nog wel eens zien.’ en meteen kwam hij op haar af.
Mini Mini begon heel snel rondjes te zwemmen met Harrie de Orka achter zich aan. Omdat Mini Mini veel kleiner en veel wendbaarder was als de grote orka ging zij ook veel sneller in het rond. Na ontelbare malen in het rond gezwommen te hebben werd Harrie plotseling heel erg draaierig, en dat was juist de bedoeling van Mini Mini. Nu liet zij zich door Harrie de Orka pakken. Harrie nam haar tussen zijn grote tanden, slingerde haar hoog de lucht in en toen ze weer naar beneden viel sloeg hij haar heel ver weg met zijn grote sterke staart. Maar omdat Harrie zo draaierig was van het Mini Mini achterna zitten, was hij helemaal de richting kwijt. Hij had Mini Mini met zijn staart de verkeerde kant op geslagen.
Mini Mini kwam namelijk precies midden in de troep zeehonden op de rots terecht.
Ze werd uitbundig door iedereen gefeliciteerd met haar geslaagde ontsnapping. Bul de leider gromde: ‘Nou, dit zeehondje zal het nog ver schoppen in de toekomst, want zij heeft Harrie de Orka nu al verslagen.
En Mini Mini? Die zei niets en zat nog te bibberen van angst ook al was zij opgelucht dat zij ontsnapt was aan de grote kaken van Harrie de Orka.
En Harrie? Nou Harrie die zat beteuterd voor zich uit te staren en gromde: ‘Dat ik, Harrie de verschrikkelijke Orka, mij zo in de maling heb laten nemen door zo’n klein nietig zeehondje. Baaaaahhh!!!’
© Bassie van Toor