WEER NAAR SCHOOL

De stem van de piloot klonk door de luidspreker: 'Goedemiddag dames en heren, mijn naam is Wim van de Beek en ik ben de gezagvoerder van dit vliegtuig. Zo dadelijk gaan we opstijgen om over twee uur en een kwartier weer te landen op Amsterdam Airport. Het zal even wennen zijn, want de temperatuur in Amsterdam is 12 graden, het regent en er staat een stevige wind. Dus trekt straks uw warme kleding aan en houdt uw paraplu binnen handbereik. Hier is het zicht heel helder maar straks duiken we de wolken in. Maar, maakt u zich geen zorgen want de ultra moderne apparatuur aan boord van dit toestel zorgt er voor dat wij straks veilig zullen landen in Amsterdam. KLM dankt u alvast voor het vliegen met ons en wij hopen dat u de volgende keer weer onze gast bent. Wij wensen u een prettige en aangename vlucht.'

Even later klonk weer zijn stem maar nu voor de bemanning die hij verzocht op hun stoelen te gaan zitten zodat het opstijgen kon beginnen. Ruim anderhalf uur later vlogen ze boven Parijs en captain Wim van de Beek keek wat zorgelijk voor zich uit. Zo makkelijk als dat hij gezegd had zou de landing in Amsterdam niet worden. Want behalve weinig zicht stond er ook nog een vrij sterke zijwind op de landingsbaan. 'Jack,' zei hij tegen zijn copiloot 'hoeveel brandstof hebben we aan boord?' 'Oh, bijna genoeg voor heen en terug Wim.' 'Nou, dan lozen we er maar wat van, voor we hem aan de grond zetten, want we zijn voor dit weer een paar honderd kilo te zwaar. Dat kost ons de banden bij het neerkomen.' 'O.K. Ik zal gaan lozen als we boven Breda vliegen.' 'Prima Jack.' zei Captain Wim van de Beek en hij keek naar de instrumenten, want er stond een behoorlijke sterke zijwind en daar is niet één piloot gek op. Een stewardess kwam de cockpit in om wat lege koffiekopjes op te halen. 'Vies weertje geloof ik hé, captain.' 'Ja Frieda, hou je paraplu maar klaar als we geland zijn.'

De stem van de verkeersleider klonk door de luidspreker. 'KLM 357, u kan straks landen op baan 7 van Amsterdam Airport.' 'Hier KLM 357, baan 7. Begrepen.' zei Wim en hij hield weer zijn instrumenten in de gaten. Na een paar minuten zei de copiloot. 'Zo Wim, we hebben de overtollige brandstof geloosd.' 'Fijn Jack, dat zijn we dan alvast lichter en het verdampt wel in de lucht.' Captain Wim van Beek nam de microfoon weer en verzocht de passagiers om hun riemen vast te maken in verband met de naderende landing. Er klonk hierna wat herrie, wat betekende dat de wielen naar buiten kwamen en ook aan de motor hoorde je dat de landing werd ingezet. Dat was altijd een spannend moment, want een vliegtuig vliegt wel, maar het moet ook weer veilig op de grond terug keren. Nadat ze boven de Noordzee gedraaid waren werden de bekende plaatjes zichtbaar; rechts zag je de schoorstenen van de Hoogovens in Velzen en terwijl ze over het Noordzee kanaal vlogen kwam links Badhoevedorp in beeld en even later zagen ze de landingsbaan opdoemen.

De regen en de wind zorgde er voor dat het vliegtuig flink naar rechts geduwd werd. Maar Captain Wim van de Beek had zijn toestel goed in de hand. En hoewel het toestel flink schommelde wist hij het toch veilig aan de grond te zetten. Terwijl het toestel uitrolde klonk er een luid applaus van opgeluchte passagiers omdat ze weer veilig geland waren. Met vaste hand stuurde Wim zijn toestel naar de slurf waardoor de passagiers het toestel konden verlaten. Even later zette hij het toestel op de handrem, zette de motor uit en maakte zijn veiligheidsriem los.

Hij wilde opstaan, maar wat was dat?
Het ging niet. Hoe captain Wim van Beek ook probeerde, het lukte niet om op te staan. Plotseling hoorde hij in de verte een stem die hem bekend in de oren klonk: 'Wim, ik zou je veiligheidsriem eerst los maken voordat je opstaat.'
'Nou, dat heb ik toch gedaan zei Wim.' 'Nee domoor, hij zit nog vast! zei zijn vader. 'Nietes! Ik ben de captain van dit vliegtuig ik weet toch wel wat ik doe!?' 'Jij, de captain van dit vliegtuig?' hoorde hij de stem van zijn vader zeggen. 'Ja knul, misschien over vijftien jaar als je heel goed je best doet op school. Kom op! Wakker worden Wim!' zei zijn vader lachend. Verdwaasd keek Wim om zich heen. Langzaam drong tot hem door dat hij tijdens de vlucht in slaap gevallen was en dat hij heel zijn vliegavontuur had gedroomd. Slaapdronken en met in zijn handen zijn handbagage liep Wim achter zijn vader, moeder en zusje aan naar de uitgang om de andere bagage op te halen. Nog een uurtje in de auto en toen waren ze weer thuis.

Die avond, weer in zijn eigen bed, nam Wim zich voor, als de school weer begon, om heel goed zijn best te doen. Want als hij op school heel goed zijn best deed, kon hij later misschien wel piloot worden en daarna zelfs captain. Hé, Captain Wim van de Beek! Dat klonk niet eens gek.
Even later sliep hij in en droomde van zijn verre vliegreizen als Captain Wim van de Beek.

® Bassie van Toor