PESTKOPPEN

Wim werd de laatste dagen steeds humeuriger in huis. Niets was er goed. De tv-programma's waarbij iedereen zat te schateren werden door hem als 'lekker stom' afgedaan of 'moet ik dat nou leuk vinden?' Kortom: Wim was een plaag voor de familie en zijn omgeving. Zo gauw hij uit bed was begon het al. De toast was te bruin gebakken, de koffie te lauw, de eieren te hard gekookt. Totdat vader het allemaal een beetje teveel werd en hardop zei: 'Hé, hier staat een leuke aanbieding. Boerenknecht gevraagd in Timboektoe. Leeftijd vanaf zestien jaar. Ervaring in het boerenbedrijf niet vereist. U leert het vak in het eerste jaar, waarna u misschien wel naar Brazilië, diep in het oerwoud, op één van onze andere boerderijen kunt gaan werken.' Vader vouwde de krant dicht en zei tegen moeder: 'Wat denk je mamma? Zou dat wat voor onze Wim zijn? Die heeft het hier bij ons toch niet naar zijn zin als ik hem zo hoor mopperen.' 'Nou vader, ik zal het hem eens vragen.' zei zij met een knipoog naar vader.

'Waarom moet ik naar Afrika?' vroeg Wim opeens verbaasd. 'Waarom moet ik op een boerderij gaan werken in Brazilië?' 'Nou,' zei zijn zusje Charlotte 'dan ben ik tenminste van mijn chagrijnige broertje af!' Kwaad zei Wim: 'Wacht maar pestkop! Ik krijg jou nog wel.' 'En waarom krijg jij Charlotte nog wel? Wat heeft ze jou dan gedaan? Voor zover ik weet niks.' zei vader. En toen bars: 'Nou Wim, zeg op! Wat zit jou dwars? Wat is er aan de hand? Waarom loop je de laatste dagen zo chagrijnig rond en heb je op alles wat te mopperen? Nou zeg op!'

Wim zei niks maar keek alleen maar kwaad voor zich uit. Moeder ging naar haar zoon en legde haar arm om zijn nek, streek hem over zijn haar en zei: 'Nou Wim, kom op. Zeg het maar tegen mij als je het niet tegen je vader of Charlotte wilt zeggen.'
Opeens biggelden er twee grote tranen over Wim zijn wangen en begon hij te snikken. Met horten en stoten kwam er uit: 'Ik haal vast mijn examens niet en moet ik straks het hele schooljaar over doen.' Vader en moeder keken elkaar verbaasd aan en moeder ze vroeg: 'Denk je dat je vragen van het examen straks niet weet of vind je de leerstof te moeilijk?'
'Ja mam, het wordt niks.' 'Wie zegt dat?' vroeg moeder. 'Nou, dat zeggen alle jongens uit mijn klas ook.' 'Zo,' zei vader 'maken zij dan uit of jij iets wel of niet weet?' Charlotte zei: 'Ach, ze pesten mij ook wel eens op school. Dan zeg ik gewoon: Jij pest alleen maar omdat je jaloers op mij bent. Nou en dan houdt het pesten meestal meteen op. Je moet niet terug pesten. Want dan ben je geen haar beter als zij. Maar je moet gewoon laten merken dat ze geen vat op je hebben.' 'Het zijn natuurlijk niet altijd de slimste kinderen die andere kinderen pesten.' zei moeder. 'Zeggen ze wel eens andere dingen tegen je als dat je het examen niet haalt?' 'Ja. Ze zeiden gisteren nog dat u een modepop bent.' 'Oh,' zei moeder 'dat is zeker omdat ik altijd netjes gekleed loop als ik boodschappen doe.'

'Weten ze van mij ook nog wat te vertellen?' vroeg Charlotte. 'Ja, zei Wim 'ze vinden jou een lelijk en stom kind. Ha, ha, haaa!!!' 'Wat een oliebollen! Dat zeggen ze vast omdat ik altijd de beste met gymnastiek ben.' antwoordde Charlotte. 'Nou, dan ben ik benieuwd wat ze van mij vinden.' zei vader. 'Ze vinden u een deftige meneer in een dure auto.' 'Ja,' zei vader 'ik ben directeur van een groot bedrijf en dan wordt er niet van je verwacht dat je in een ouwe spijkerbroek en op een ouwe fiets naar het kantoor gaat.' Hierop schaterde moeder het uit van de lach en zei: 'Ik ziet het al voor me.' En tegen Wim: 'Vindt jij dat nu een reden om de hele week al met een chagrijnig gezicht rond te lopen? Omdat een paar geschifte klasgenoten dat van ons vinden. Man, laat ze toch op het dak gaan zitten. Trek je er niks van aan.' En Charlotte zei: 'Je moet gewoon van je af bijten en doodleuk zeggen: Nou ik stoor mij minder aan de mooie auto van mijn vader als aan jou krakkemikkige fiets. Mijn zus is een leuke meid die wel even dit jaar kampioen geworden is met haar Hockey elftal, waar ze ook nog captain van is ook. Moet je kijken, daar hebben ze niet van terug. Want dat is positief. Mensen zijn altijd gauwer geneigd om negatief met anderen mee te praten. Dat vinden ze blijkbaar interessant staan,' 'Denk je?' zei Wim, waarvan zijn tranen inmiddels alweer opgedroogd waren. 'Wis en waarachtig. zei vader. 'Daar hebben ze niet van terug. Overigens wat is het telefoonnummer van een van die pestkoppen?'

En Wim gaf zijn vader het nummer van Piet Kwakman. Waarop vader het nummer draaide. Wim hoorde hem aan Piet zijn moeder, die op nam, vragen: 'Dag mevrouw. Mag ik Piet even aan de telefoon?' Even later zei vader: 'Hallo Piet. Ik ben Wim een beetje aan het helpen met wat te verwachtten examen vragen. Weet jij in welk land De Appenijnen liggen? Oh, in Frankrijk? Weet je dat zeker? En weet jij misschien hoeveel lidstaten de EU momenteel heeft? Oh drieëntwintig? Nou Piet, vriendelijk bedankt hoor.' En lachend zei hij tegen Wim: 'Zoon, je hoorde zeker wel dat onze Piet er niets van weet. En wat zijn examen betreft zie ik het somber voor hem in. Dus Wim laat je niet meer gek maken en doe jij maar rustig je examen. Je studeert altijd prima, gaat op tijd naar bed en komt nooit te laat op school. Dus laat je niet bang maken. Ze zijn alleen maar aan het pesten.'

Lachend vroeg Wim de andere dag in een volle klas: 'Meester, ik vroeg mij gisteravond af waar de Appenijnen liggen. Dus liet ik mijn vader het aan Piet Wijkers vragen. Maar die gaf twee keer een fout antwoord. De Appenijnen liggen in Italië en Piet zei dat ze in Frankrijk liggen en de EU heeft achtentwintig lidstaten en Piet zei drieëntwintig.' Alle kinderen in de klas lachten Piet Kwakman eerst stiekem, maar toen allemaal luid uit.
Piet schaamde zich een ongeluk. Vooral toen hij naar het lachende gezicht van Wim keek. Hij begreep dat hij nu een koekje van eigen deeg kreeg. En tot aan de examens had Piet geen grote mond meer en de andere kinderen wisten nu ook: Je kan Wim wel pesten, maar hij zet je gewoon voor gek.

En dat is het beste middel tegen pestkoppen. Je moet ze gewoon voor gek zetten met iedereen erbij. Nooit gaan slaan of terug pesten. Maar ze gewoon met humor aftroeven. Daar hebben pestkoppen niet van terug.

En de examens?
Nou, Wim slaagde natuurlijk en gaat straks naar een hogere school. Piet slaagde ook maar met de hakken over de sloot. En hoe het verder afliep dat vertel ik jullie een andere keer. Maar voor nu weten jullie dat pesten veel onnodig verdriet teweeg kan brengen. Laat mensen liever lachen, dat is veel leuker. En ik kan het weten.

® Bassie van Toor