HET KIPPEN KRAAM FEEST

Met een heel deftige stem vroeg Freule Annabel van Kukeleku tot Toksma aan haar vriendin Geraldina Kipstra, die nu al bijna drie weken op 15 grote eieren zat te broeden: ‘En lieve vriendin, hoor je al leven onder je veren?’ Geraldina schudde troosteloos haar hoofd en zei: ‘Nee, Annabel ik hoor nog steeds niets.’
‘Gut, gut meisje toch! Het wordt nu zo langzamerhand tijd dat de kleintjes van zich laten horen hoor.’ ‘Nou zeg dat wel, want ik wil na drie weken zitten ook wel eens mijn kippen poten strekken. ’‘Arm, arm kind.’ zei Freule Annabel met haar bekakte stem. ‘Je hebt het er maar zwaar mee.’

‘Zo, hebben we visite?’ klonk opeens de stem van Kees de Haan, de man van Geraldina en de aanstaande vader van de kuikentjes. ‘Nou, nee hoor. Ik kwam gewoon even kijken hoe het er bijstond.’ ‘Nou’ zei Kees ‘ze liggen er alle 15 nog mooi bij. Het zal me straks wel een herrie geven als er opeens 15 kuikens door het huis lopen. Het is nu de stilte voor de storm.
En dan mag ik wel gauw mijn postzegelverzameling goed opbergen, want verleden jaar dachten ze dat het kaakjes waren en hebben ze mijn halve post zegelverzameling opgegeten.’
‘Oh nee toch!’ riep freule Annabel uit. ‘Ja zeker’ zei Kees ‘die maf kippen hebben de helft van mijn verzameling opgegeten. Ik was zo kwaad, ik had gelijk trek in gebraden piepkuiken.’
‘Oh nee toch! riep Annabel verschrikt uit ‘dat meen je toch niet?’
‘Lellebel, dat meen ik zo waar als ik hier sta.’ ‘Ik heet Annabel!’ zei de Freule beledigd. ‘Ach mens, voor mijn part heet je drukbel. Mijn postzegels krijg ik er toch niet mee terug.’
Het enige wat Freule Annabel nog kon zeggen was; ‘Oh, mannen altijd.’

Geraldina zei: ’ Ja maar, mijn Kees kan ook lief zijn, want hij heeft de laatste tijd heel zachtjes gekukeld om mij niet wakker te maken.’ ‘Nou dat is dan aardig van die kannibaal die zijn eigen kinderen wilde opeten.’
Vergoelijkend zei Geraldina: ‘Nou, hij heeft het toch niet gedaan, toch.’ ‘Nee, dat moest er nog bij komen ook!’ zei Freule Annabel.
‘Hoera Dientje!’ riep Kees ‘ik heb die maffe vriendin van jou weer mooi op de kast! Lachuuhhh!’

Door al het tumult kwamen er nog meer kippendames op de broedende Geraldina af en allemaal hadden ze middeltjes om de eieren maar zo gauw mogelijk uit te laten komen.
‘Met je vleugels wapperen.’ zei de een. ‘Nee, af en toe een keertje extra draaien.’ zei de ander. ‘Wat dacht je van 7 minuten koken?’ probeerde Kees de Haan lollig te doen.
‘Ohhh! Die man van jou! Als ik met hem getrouwd was dan zou ik hem...’ En de andere dames tokten flink mee en het was een kabaal zoals je alleen maar in een kippenhok hoort.

Maar niemand had in de gaten dat moeder Geraldina inmiddels van haar eieren af gestapt was en uitriep: ‘Dames kijk nou eens!’ En jawel hoor, daar hing het eerste kuikentje al met zijn koppetje half uit zijn schil. En verderop barstte het tweede kuikentje ook al weer uit zijn ei.

Kees de haan vroeg opeens: ‘Dames hoe laat hebben jullie het momenteel? Freule Annabel antwoordde: ‘Kwart over drie.’
‘Nou, dat is dan een mooie tijd dat jullie nu ophoepelen. Dan kan mijn Dientje in alle rust haar kindjes ter wereld brengen. Want als ze jullie zien en horen zouden ze allemaal wel eens van schrik terug in hun schil terug willen kruipen. En dan heeft mijn Dientje drie weken voor Pietlut zitten broeden. Kom morgen maar één voor één op kraamvisite.’

Druk tokkend gingen de kippendames weg en toen ze de andere dag terug kwamen was het weer een drukte van belang in het kippenhok. Kees de Haan zat met zijn Dientje trots naar hun 15 kuiken kinderen te kijken, maar zijn postzegelverzameling had hij wel boven op de kast gelegd.

© Bassie van Toor