BOB KONIJN MAAKT EEN BROMMER

Bob konijn keek nog eens goed naar zijn fiets, tilde het voorwiel op en liet het wiel draaien.
’Sjonge! Wat een pracht geluid gaf dat. Net een brommer!’
Bob had met twee wasknijpers een stuk karton aan de vork van zijn voorwiel vast gemaakt en doordat het karton steeds een wielspaak raakte leek het op brommergeluid en was het net of Bob op een Bromfiets reed. ‘Sjonge jonge’ dacht hij ‘wat zou het fijn zijn als hij nog eens een echte brommer zou berijden.’ Plotseling begonnen zijn neusharen te trillen.
Dat gebeurde wel meer als Bob een goed idee kreeg. ’Ja,’ mompelde hij in zichzelf ‘dat moet lukken. Maar..., waar heb ik die ouwe grasmaaier gelaten?’

Bob had namelijk het idee gekregen een ouwe grasmaaiermotor op zijn fiets te monteren om zo een heuse bromfiets te maken. ’Goed idee Bob! Goed idee Bob!’ mompelde hij in zichzelf, onderwijl een enorme berg rommel opzij schuivend in zijn schuur. Na een tijdje zei hij triomfantelijk: ‘Aha! Daar hebben we hem.’ En met een grinnik hield hij de ouwe grasmaaier boven een berg ouwe rommel omhoog. Even later was hij aan de slag met een schroevendraaier, steeksleutel, hamer en sloopte hij de motor van de grasmaaier.

Na een poosje had hij de motor van de grasmaaimachine los gemaakt en liep hij met de motor in zijn handen vrolijk in zichzelf mompelend naar de fiets. ‘Bob, Bob, Bob, wat ben jij toch ontzettend slim.’ en hij begon te sleutelen.
Na ongeveer twee uur gesleuteld te hebben zei hij: ‘Klaar is Kees! We gaan een proefrit maken.’ Hij duwde de fiets de schuur uit en startte de motor, die gelijk aan sprong. Hij stapte op zijn nieuwe bromfiets en gaf gas. Een moment later stoof hij letterlijk de grote weg op.
De mensen keken eerst wel vreemd op toen ze Bob voorbij zagen scheuren, want zeg nou zelf, zo gauw zie je een Konijn niet op een bromfiets rijden. Maar Bob genoot met volle teugen en hij bleef maar rondjes rijden.

Maar na een uurtje te hebben rondgereden vond Bob het tijd voor een drankje en wilde stoppen. Even op de stopknop drukken zodat de motor stopte. ‘Verhip waar zit die stop knop nou? Geen stop knop te zien’, want daar had Bob geen rekening mee gehouden. Die was hij vergeten mee te monteren, dus hij kon de motor wel aanzetten maar niet stop zetten. En daar ging hij weer; roef roef, broem, broem.

Bob bleef maar rondjes rijden. Er kwamen een paar mensen langs de kant van de weg staan en iedere keer als Bob voorbij kwam klapten de mensen want die dachten dat Bob het wereldrecord lange afstand rijden wilde verbeteren.
Er waren mensen die riepen: ‘Hé Bob! Ga je lekker?’ Helemaal niet riep Bob: ‘Ik wil stoppen maar ik heb geen stop knop!’ De mensen begonnen te lachen en riepen hem na: ‘Dan wordt het rijden tot je benzinetank leeg is!’

Als een lopend vuurtje verspreidde zich het gerucht dat er een konijn op een bromfiets door de stad reed die niet kon stoppen. Er kwamen heel veel mensen op af en zij juichten Bob toe alsof hij in de Tour de France aan de kop lag.
De radio kwam er bij en zelfs de televisie, want iedereen wilde wel weten wanneer Bob uitgetuft was. Bij elke ronde juichten de mensen harder, maar bij elke ronde stonden ook bij Bob de tranen meer en meer in zijn ogen.
De mensen juichten. Maar Bob riep: ‘Mensen, niet juichen... ik ben zo misselijk. Ik wil stoppen!!!’ Plotseling begonnen de mensen allemaal te zingen: ‘We zullen doorgaan, onze Bob wordt kampioen!’ Bob gilde: ‘Ik wil geen kampioen worden. Ik wil stoppen!’

Het was al bijna middernacht toen de brommaaier begon te sputteren en na een hard reutelend geluid stopte eindelijk de helse machine van Bob. Hij werd onmiddellijk omringd door honderden mensen die hem feliciteerden met zijn prestatie. Bob begreep er geen fluit van. Opeens dacht hij: ‘Laat ik het eigenlijk maar zo laten, dan word ik misschien nog wel beroemd.’

Nou, dat werd hij dan ook. De volgende dag stond in alle kranten dat de recordpoging van de beroemde coureur Bob Konijn geslaagd was en was hij ook in alle programma’s op televisie te zien. Toen de presentator vroeg: ‘Meneer Bob Konijn, hoeveel rondes heeft u wel niet afgelegd?’ zei Bob naar waarheid: ‘Ik ben ze vergeten te tellen’, en iedereen lag weer in een deuk van het lachen.

© Bassie van Toor