APENSTREKEN IN HET CIRCUS

De circustent zat goed vol en de aanwezige kinderen schaterden het uit, want in de piste stonden zes vrolijke chimpansees die op een fietsje rond reden, salto’s draaiden en op hun apenhanden liepen. Tot slot werd er een drumstel naar binnen gereden en begon de grootste chimpansee heel hard te rammen op alle trommels en bekkens, terwijl de andere apen gingen rock & rollen. Het publiek kwam niet meer bij van het lachen en toen de apen in polonaise met vrolijke marsmuziek de piste uit marcheerden werden ze beloond met een groot applaus.

In de artiesteningang aangekomen fluisterde Koko, de grootste aap, zachtjes tegen Timba zijn vriend: ‘Timba, je weet wat we afgesproken hebben? Als we bij de kooiwagen zijn begin jij opeens hard te gillen en doe je alsof je pijn hebt omdat je ergens met je voet ingetrapt bent. Als Marco de trainer dan naar jou toeloopt neem ik de apenbenen. En als hij dan achter mij aankomt, en dus niet op jou let, neem jij ook de benen en kom je later naar mij toe op de afgesproken plaats.’
‘Oke Koko’ zei Timba. ‘Doen we. En dan gaan we lekker stappen. Ik heb echt zin in patat en een frikadel!’

En zo gezegd zo gedaan. Want voordat Marco de trainer er erg in had gingen ze er vandoor en zaten ze goed verscholen in de struiken van het stadspark.
Bij allebei bonsde het hart in hun keel. Zo zeg, dat was spannend. Maar nu waren ze vrij.

’Kom op’ zei Koko ‘nu gaan eens lekker uitgebreid eten in een cafetaria.’ En even later zaten ze tot grote verwondering van de andere gasten aan een tafeltje en probeerden zij patat met een frikadel te bestellen met Cola en een ijsje
toe. Maar de serveerster kon het geschreeuw van hun apentaal natuurlijk niet verstaan en liep na tien minuten wanhopig met haar handen omhoog weg.

Maar nu brak het tumult pas goed los. Want Koko, die erg veel trek had, liep doodleuk naar het tafeltje naast hen en pikte daar zomaar een bord met patat en een frikadel weg van een jongen die daar zat eten. Dat pikte die jongen natuurlijk niet en hij trok aan het bord wat Koko vast had.
Het resultaat van al dat trekken en duwen was dat de patat, de frikadel en zelfs de Cola door de lucht vloog.
En nu had niemand iets, behalve Cola in het haar.

Maar Timba en Koko lieten het er niet bij zitten want even later vloog ook de patat en het ijsje van een meisje door de lucht. En de andere gasten zagen ook hun eten door de lucht vliegen.
De baas van de cafetaria werd helemaal niet vrolijk van deze twee grappenmakers en hij belde snel de politie. Al gauw zaten de twee boosdoeners in de boevenwagen en werden ze bij de directeur afgeleverd in het circus.

Van de directeur kregen ze allebei een uitbrander die niet mis was. Hij vroeg hen boos: ‘Wie gaat nu de schade betalen die jullie aangericht hebben in het cafetaria?’ Tja, daar wisten onze apenvrienden natuurlijk geen antwoord op en zij zwegen allebei beschaamd.
Na enige tijd zwijgend aangekeken te zijn door de directeur zei die opeens: ‘Apen, ik heb een idee! Als we nu eens al die mensen, bij wie jullie er zo’n puinhoop van maakten in de cafetaria, gratis voor onze circusvoorstelling uitnodigen zodat jullie ze eens extra aan het lachen kunnen maken.
Wat zeggen jullie daarvan?
Gelijk begonnen Timba en Koko met hun uitgestreken apensnoet heftig ja te knikken.

De voorstelling werd een groot succes en de tent zat bomvol. Want niet alleen de cafetaria gasten wilden die ondeugende apen graag nog eens zien, maar ook alle anderen mensen uit de stad wilden eens lekker om die twee lachen.
En alle dagen er na was de voorstelling steeds uitverkocht.
De directeur was zo blij dat hij elke dag na de voorstelling voor alle apen patat met frikadellen en Cola bestelde.
‘Want zulke goede reclamemakers mag je gerust eens lekker verwennen.’ zei hij.

® Bassie van Toor